Een stijl zou geen stijl zijn, zonder dat het karakteristieken of kenmerken heeft. Zo heeft de Genseiryu-stijl verscheidene kenmerken, waarvan het zich kan onderscheiden van andere karatestijlen.

DE BASISPRINCIPES

Een uitgebreide uitleg over de basisprincipes is te zien, in het artikel De Basisprincipes, sen, un, hen, nen en ten.

De basisprincipes (voor bewegingen) van de stijl zijn ontstaan, toen de grondlegger – Seiken Shukumine – zijn plicht uitzat in het Japanse leger, als Kaiten-piloot. Seiken Shukumine bedacht namelijk methodes om vijandelijk vuur te ontwijken. Hieruit vloeide zijn ideeën en hij vertaalde deze in zijn theorie wat betreft het karate:

  • Sen: Het draaien van het lichaam rondom de verticale as.
  • Un: Het gebruiken van een gracieuze op-en-neerbeweging van het lichaam
  • Hen: Vallende beweging naar voren of naar achteren, naar links of rechts. Een val uit vrije wil
  • Nen: Draaiende hand- en armtechnieken, uitgevoerd op de plaats, op horizontale niveau
  • Ten: Het bewegen van je lichaam als een wiel of sfeer.

Met deze principes in zijn achterhoofd ontwikkelde Seiken Shukumine nieuwe technieken en categoriseerde hij alle technieken aan de hand van deze principes. Voorbeeld: Tobi-sokuto-geri valt onder het Un-principe.

DE STANDEN

Er zijn, binnen de stijl, twee speciale standen. Deze zijn Hotate-gamae en Nukite-gamae.

Hotate-gamae

Bij de Hotate-gamae staat men in kokutsu-dachi, waarbij men de voorste hand loodrecht, ten opzichte van de grond, houdt (tate-shuto-uke). De achterste hand is voor het borstbeen (solar plexis) geplaatst, net als in shuto-uke.
Uitleg: de voorste hand refereert naar het fok van een schip, vandaar de naam hotate (betekent “rijzende zeil”). Met deze voorste hand anticipeert men de aanval van de tegenstander, waarbij men zich meteen in zenkutsu-dachi draait om een counter te maken.

Nukite-gamae

Bij Nukite-gamae staan beide handen gericht op de ogen van de tegenstander. Ook hier staat men in kokutsu-dachi.
Uitleg: Met de voorste hand blokkeer je de stoot of trap van de tegenstander, waarbij men tegelijkertijd met de achterste hand naar de ogen of de keel aanvalt. 
Ook kan in deze stand, de voorste hand worden gebruikt als een Shuto-uke, om de hand van de tegenstander van zichzelf af te wenden, door de hand zachtjes te bewegen als een zweep (soort draaibeweging met de palm) – net zoals in de shitei kata Bassai Dai. Deze beweging heeft meer weg van het Chinese Kempo kan dat het heeft van het karate.
Deze stand wordt alleen uitgevoerd in de kata Shukumine no Bassai (dai). Om deze reden is deze kata ook één van representatieve kata’s van het Genseiryu.

MAAI

De afstand tussen jouw en de tegenstander wordt de Maai genoemd. Deze afstand is in drie categorieën verdeeld:

So-ou Maai: deze afstand is het minimale afstand tot de tegenstander. Dit is ook wel de “één-stap-afstand”, omdat men met één stap verwijderd is van de tegenstander.

Yudo Maai: deze afstand is het middel afstand tot de tegenstander. Men is anderhalf stap verwijderd van de tegenstander.

Genkai Maai: deze afstand is het maximale afstand tot de tegenstander. Hier staat men twee stappen verwijderd van de tegenstander.