Opmerking: Voor een beknopte geschiedenis van Genseiryu, zie artikel Geschiedenis van Genseiryu in vogelvlucht.

De stijl Gensei-ryu is uitgevonden door Seiken Shukumine. Seiken Shukumine had twee leraren. Zijn eerste was Anko Sadoyama (een meester in het Ko-ryu karate) en op 15-jarige leeftijd werd hij geïntroduceerd aan Soko Kishimoto, een meester in het Shuri-te. Toen Shukumine Kishimoto voor het eerst ontmoette om een goedkeuring voor zijn lessen te verkrijgen, zat de meester aan de andere kant van de kamer alleen naar hem te staren. Ineens en zonder enige waarschuwing, pakte Kishimoto een pook en gooide een stuk houten kool met volle kracht richting Shukumine, die het ontweek en pareerde. De kool vloog door de kamer en kwam eindelijk met een knal tegen de muur aan achter Shukumine sensei. Hierdoor accepteerde Kishimoto hem als een leerling met één voorwaarde, die hem beloofde het geheim van de technieken voor zich te houden en dus niet met anderen zal delen. Soko Kishimote accepteerde maar negen kohai, waarvan de laatste twee Seitoku Higa en Seiken Shukumine zijn.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de 18-jarige Seiken Shukumine opgeroepen om als Kaiten-piloot te functioneren in het Japanse leger. In deze periode zat hij te denken, hoe hij als Kaiten-piloot het beste vijandelijk vuur kan ontwijken. Tijdens zijn dienstplicht kwamen de beginselen van de basisprincipes van zijn nieuwe karate tot stand. Tijdens de ‘Slag van Okinawa’ in de Tweede Wereldoorlog overleed zijn leraar Soko Kishimoto. Als gevolg hiervan zonderde Seiken Shukumine zich af om aan technieken te werken, die aan zijn principes voldeden.

In 1949 liet hij voor het eerst zijn technieken zien aan de wereld, in de stad Ito, Japan. In oktober 1950 nam Seiken Shukumine deel aan een karate exhibitie, samen met andere bekende namen, zoals Ryusho Sakagami (Itosukai), Hidetaka Nishiyama (NKK), Yasuhiro Konishi (Ryobukai), H. Kenjo (Kenshukai), Izumikawa Kanki en Shikan Akamine (Goju Ryu).

Deze karate exhibitie werd georganiseerd door het Nippon TV. Seiken Shukume demonstreerde de kata Koshokun Dai (toentertijd Kushanku Dai genoemd), Tamashiwari en Hachidan-tobi-geri (sprongtrap, die uit acht trappen bestaat).

De technieken die Seiken Shukumine had gemaakt waren met een doel gemaakt. Deze technieken waren ontworpen, om een zwakkere en minder krachtige persoon een voordeel te geven, wanneer men tegenover een grotere en krachtigere persoon staat. Hierover wordt meer verteld in onder de karakteristieken en kenmerken van de stijl.

Tijdens een hoogspring wedstrijd binnen de Japanse Self Defence Forces in 1952, ontmoette hij een jonge man. Deze jonge man is Kunihiko Tosa. Kunihiko Tosa zag Seiken Shukumine maar twee of drie stappen nemen, voordat hij over de 2-meter hoge lat sprong. Nadat de twee ontmoet hadden, werd Kunihiko Tosa Shukumine’s eerste leerling. Het jaar wat daarna volgde, benoemde hij officieel zijn stijl Genseiryu. Het was ook hetzelfde jaar waarin Genseiryu’s meest kenmerkende kata werd ontworpen: Sansai In de komende jaren opende zowel Seiken Shukumine als Kunihiko Tosa vele dojo’s en gaven les aan de Japanese Self Defence Forces. In deze tijd experimenteerde Seiken Shukumine met zijn basisprincipes en karatetechnieken.

Op 31-jarige leeftijd ontving Seiken Shukumine de hoogste graad binnen het karate, achtste dan.

Het is 1962 en Seiken Shukumine besloot uiteindelijk om de karatewereld uit te stappen. Het verwezenlijken van zijn doel – technieken ontwikkelen in voordeel voor een ‘minder’ persoon – werd belemmerd door de tekortkomingen van het traditionele karate. Eén van die redenen was, was omdat karate, volgens hem, te ‘tweedimensionaal’ is. Daarentegen had Seiken Shukumine zijn technieken driedimensionaal gecreëerd. Dit probeerde hij binnen de nationale karate organisatie te introduceren. Op deze manier zou techniek zwaarder tellen tijdens de wedstrijden, dan de lengte en het gewicht. Maar tevergeefs en Seiken Shukumine besloot om met zijn nieuwe creatie verder te gaan, die uit het Genseiryu karate voortvloeide. Deze nieuwe vechtkunst noemde hij Taido. Sindsdien presenteerde hij zich als Saiko-Shihan van Taido. Zo werd hij bijvoorbeeld geïnterviewd door Mark Bishop, voor het boek “Okinawa Karate II”, over het verleden van het karate.

Weliswaar, waren er nog enkele leerlingen die het Genseiryu Karate wilden voortzetten. Zo zette Kunihiko Tosa zich in om de stijl Genseiryu te promoten. Op hetzelfde moment van de oprichting van de Japan Taido Association, richtte Kunihiko Tosa samen met Yoshimitsu Furuya de organisatie “Nippon Karate-do Gensei-ryu Butokukai“, wat de binnenlandse benaming was van de later hetende “Genseiryu Karate-do Internationale Federatie“. Kunihiko Tosa werd hierbij de opvolger van de stijl Genseiryu en werd pas in 1971 president van de organisatie, toen zijn voorganger Hiroyasu Tamae aftrad. Tijdens deze periode had Kunihiko Tosa de stijl Genseiryu tot het volwassenheid gebracht.

Om toe te kunnen treden tot de Japan Karate-do Federatie, moest men op z’n minst vier shitei kata’s in de organisatie’s curriculum opnemen. Kunihiko Tosa heeft voor de volgende shitei kata’s gekozen: Bassai Dai, Seienchin, Kanku Dai en Jion. Hierdoor werd de organisatie toegelaten binnen het JKF.

Ondanks dat Seiken Shukumine de karatewereld verliet, publiceerde hij alsnog zijn boek “Shin Karate-do Kyohan” in 1964. Hierin beschreef hij de basis van zijn zicht op het Karate-do waarbij hij in zijn boek een doorzochte analyse geeft van zijn vijf basisprincipes. Vreemd genoeg, bevat deze publicatie echter niet de naam van Genseiryu.

Seiken Shukumine had hij nog steeds banden met Kunihiko Tosa en nog enkele andere leerlingen, die ook onder hem Genseiryu trainden. Zo was hij technische adviseur van het boek “Genseiryu Karate-do Kyohan 2 – Kata Collection” en schreef een voorwoord in Tosa sensei z’n werk. In deze voorwoord schrijft hij over enkele onderwerpen, onder andere dat het trainen van kata enorm van belang is. De publicatie van dit boek is de sequel van de serie, omdat de vraag naar de geavanceerde kata’s groter was dan naar de basis. Het eerste boek van de Kata collectie is onderweg.

Op 26 november 2001 verliet Seiken Shukumine spijtig het leven, na een lange tijd ziek te zijn. Tegenwoordig wordt de stijl geleid door Kunihiko Tosa, die in het bezit is van de hoogste graad ooit binnen de stijl: negende dan Genseiryu.